Zuiniger boeren zorgt voor veel minder transportbewegingen
De verwaching is dat via effectief gebruik van de kringloopwijzer grotere besparingen mogelijk zijn. Een schatting is dat in de Gelderse Vallei jaarlijks ca 1140 minder transportbewegingen nodig zijn. Een resultaat van gebruik van de KringloopWijzer bij het project duurzaam Bodembeheer Utrecht-Oost/Gelderse Vallei
Toen bij de start van het project “Duurzaam Bodembeheer Utrecht-Oost/Gelderse Vallei”, 4 jaar geleden, besloten is om massaal BEX-gegevens van melkveehouders in te zamelen en te bespreken in studiegroepen, werd dat niet altijd begrepen. Wat heeft BEX met duurzaamheid en duurzaam bodembeheer te maken? was een veelgehoorde klacht. Maar de BEX is de basis voor de kringloopwijzer en deze melkveehouders hebben daarop voorgesorteerd.
Uit de analyse van de gegevens van 155 deelnemers in het project, blijkt dat in 2012 de excretie maar liefst 193.600 kg stikstof en 76.900 kg fosfaat lager was dan de norm. Omgerekend is dat 45.660 kuub mest op gebiedsniveau (309 kuub drijfmest per bedrijf). Het gebied is met gemiddeld 17.000 kg melk per hectare intensief en daarom levert dit direct een besparing op van mest die dus niet afgevoerd hoeft te worden. Voordeel op transportbewegingen: een oplegger neemt maximaal 40 kuub mest mee. Per bedrijf zijn dit acht mest transportbewegingen per jaar die bespaard worden en voor het gebied als geheel zijn dit maar liefst 1140 opleggers.
Voor de melkveehouder zijn dat minder kosten, maar net zo belangrijk: er kunnen waardevolle nutriënten op het bedrijf blijven. Want met mest wordt niet alleen Stikstof en Fosfaat afgevoerd, maar ook Kalium, Magnesium en organische stof. Allemaal nodig om de bodemvruchtbaarheid en de gewaskwaliteit op peil te houden.