Direct naar content
< overzicht

Zoektocht naar manieren om duurzaam boer te blijven

‘–> Opiniestuk geschreven voor het Agrarisch Dagblad op 3 juli 2009 gepubliceerd.
In de ruim 10 jaar dat ik werkzaam ben in de melkveehouderij ben ik, samen met vele anderen, tot de conclusie gekomen dat alleen schaalvergroting nooit de oplossing zal zijn om in Nederland boer te kunnen blijven. Vanzelfsprekend zal de schaal toenemen, maar als je niets beters kunt bedenken dan schaalvergroting zullen er nooit veel boeren overblijven. Het is simpelweg onder Nederlandse omstandigheden altijd te duur of te moeilijk. Dus ga eens kijken naar al die innovatieve boeren die succesvolle alternatieven hebben gevonden en, meestal stilzwijgend, voorop lopen! Wat veel van deze vaak eigenwijze boeren gemeen hebben is een strategie van lage kosten: meer uit minder halen, zuinig boeren.
Dit heeft niks met biologisch of gangbaar te maken. Het zijn systemen als “pure graze”, eigen krachtvoerteelt, composteren, het zijn de eigenzinnige fokkers, de graslandboeren, goedkope stallenbouwers en misschien wel het belangrijkste: het zijn de boeren die zich geen zorgen maken over de melkproductie per koe. Want iedereen verdiend geld aan een hoge melkproductie per koe, behalve de boer!

Met deze innovatieve boeren kan (en moet) de samenleving iets! Zij hebben namelijk oplossingen voor problemen. Bijvoorbeeld voor het waterschap. Het realiseren van schoon water kunnen we afdwingen met protocollen en regels , veel interessanter is om de boeren die netjes boeren de waterschapslasten kwijt te schelden. Belonen als ze hun nek uitsteken voor schoon oppervlakte en drinkwater. Een lage kunstmestgift is dan een belangrijk criterium. Als je nog maar weinig kunstmest strooit moet je de bodem duurzamer beheren en de dierlijke mest verantwoordt uitrijden anders kost het je opbrengst. Ook wordt de vraag “hoe kan ik dit zo kosteneffectief mogelijk realiseren?” bij boeren aangewakkerd. Dan komt automatisch een hoger organische stof in de bodem aan de orde en dus minder ploegen, wat ook nog eens een vergroting van de CO2 buffer gaat opleveren. En 1 procent meer organische stof in alle Nederlandse zandgronden is minstens zo interessant als het aanplanten van bossen! Boer Hoeksma uit Drogeham ontdekte rond 1980 al het belang van organische stof, de rest van het land hopelijk 30 jaar later.

De (reken)systematiek voor een duurzaamheidscertificaat is inmiddels ontwikkeld, het is nu aan de vele belanghebbende publiek/private partijen om een dergelijk certificaat ook op waarde te zetten. Deugdelijk, eenvoudig en stimulerend en zoveel mogelijk voortbordurend op reeds bestaande systemen, zoals de BEX en de goede oude MINAS. Een certificaat geschikt voor bedrijven en instellingen om hun CO2 uitstoot te compenseren via de boer (carbon credits). Maar laten we beginnen met het makkelijkste: een sterke vereenvoudiging van milieuregels voor de boeren die goed op een dergelijk certificaat scoren! Ik zie dan ook niks in een 2 sporenbeleid in de melkveehouderij (dat wil zeggen dat je onderscheid gaat maken tussen intensieve en extensieve melkveehouderij) maar ben voorstander van een stimulerend certificaat waarmee de boer, geheel “Brussel proof” de samenleving aantoonbaar diensten kan gaan bewijzen en gestimuleerd wordt economisch en ecologisch beter te gaan boeren. Ik heb alleen geen idee wie dan op de lange termijn een betrouwbare partner is: de overheid, bedrijven, de burger of de consument? Maar laten we dit certificaat, met de bijbehorende diensten, maar op allemaal gaan richten!

>>> ik ben benieuwd naar uw reacties!