Zijn we klaar voor permanente oplossingen voor een lang slepend conflict van boeren die hun mest bovengronds willen uitrijden?
Afgelopen vrijdag (11 januari) werd ik uitgedaagd om voor Radio 1 mijn mening te geven over het mestbeleid wat gebaseerd zou zijn op verkeerde aannames rondom ammoniak emissie. Het interview was het eerste onderwerp na het journaal van 11:00 uur en is hier terug te luisteren. Aanleiding om mij hiervoor te bellen was mijn quote in De Telegraaf de dag ervoor, zie hier en daarvooraf ging een hele discussie over het onderzoek van Egbert Lantinga vooraf, zie hier: al 20 jaar mestbeleid op onjuiste aannames. Altijd fijn om via mijn eigen blog nog even rustig mijn eigen mening neer te zetten.
Laat ik allereerst vooropstellen dat het een feit is dat de emissie van dezelfde mest onder dezelfde (weers)omstandigheden op het hetzelfde perceel, hoger is als je die op de ouderwetse manier bovengronds aanwend (breedwerpig bovengronds met een zogenaamde ketsplaat) ten opzichte van de zodebemester. Dat moet dan ook ten aller tijden voorkomen worden. Misschien wel hoofdzakelijk omdat we nooit de kringloop zullen sluiten als we die stikstofverliezen zomaar accepteren. Nederlandse boeren “lekken” nog altijd te veel stikstof naar het milieu wat de natuur en het water onacceptabel aantast. Door onze intensieve landbouw kleurt Nederland binnen Europa donkerrood als het gaat om de ammoniakuitstoot en als we ammoniak niet voortvarend aanpakken, dan blijft de melkveehouderij geconfronteerd met (extra) wet- en regelgeving. Het is een van de spreekwoordelijke stokken waarmee Europa de Nederlandse melkproductie in bedwang kan houden (tegelijkertijd moeten we ons natuurlijk ook niet zomaar laten slaan!).
De discussie hoe schadelijk ammoniak nu allemaal precies is en hoe dat allemaal gemeten moet worden, daar heb ik zelf te weinig verstand van. Ik weet wel dat boeren de stikstofbenutting verder kunnen verhogen (wat ook prima te meten en te borgen is) en ik vind dat er meer gekeken kan worden naar (kosten)effectieve boerenoplossingen. Daarnaast vind ik dat knappe (Europese) wetenschappers maar moeten “uitvechten” hoe je het precies allemaal moet meten. Het onderzoek van Egbert Lantinga zou daarom op zijn minst aanleiding moeten zijn om opnieuw de zaak weer eens grondig te meten, gebruikmakend van de nieuwste inzichten en meetmethodes.
Een groep boeren kan niet met de regels uit de voeten
Toch is er (al 15 jaar!) een vrij consistente groep veehouders die dierlijke mest niet in de grond wil brengen en tegen de wet, het zogenaamde Besluit Gebruik Meststoffen bezwaar maakt. Zij willen hun mest breedwerpig bovengronds blijven uitrijden. Om diverse redenen: de mest staat dan bloot aan zonlicht en schadelijke bacteriën zouden dat niet overleden, het is veel beter verdeeld over het gewas, word beter opgenomen, beter voor de bodem, het bodemleven, er zijn lichtere machines nodig die beter zijn voor de structuur van de bodem, er is minder diesel nodig, lagere kosten, enzoverder, enzoverder. Sommige zeggen zelfs dat het beter is voor de voedselkwaliteit. Bovendien is het een Nederlandse wet die nauwelijks in andere EU landen is overgenomen. Kern van deze groep boeren: ze willen dit niet en zullen jaarlijks alle politieke middelen aangrijpen om dat kenbaar te maken, zo zien ze ook in het onderzoek van Lantinga weer nieuwe aanknopingspunten.
Sinds eind jaren 90 zijn aan dit onderwerp dan ook vele wetenschappelijke publicaties en promoties geweid (zie hier die van Dr. Marian Stuiver) en tot nu toe was de enige uitweg voor deze boeren een onderzoeksontheffing aanvragen op de wet BGM. Ondanks al die promoties en publicaties is er nooit wat in die wet BGM veranderd. Als deze boeren dus dit voorjaar weer bovengronds hun mest gaan uitrijden worden ze op de bon geslingerd door de AID en door de rechter veroordeeld. Niet voor niets blijft deze groep veehouders, die zichzelf bepaald geen milieucriminelen vinden, zich dan ook steeds verzetten. Ze vinden daarbij (elk jaar weer) opvallend veel steun van de politiek (van links tot rechts) en allerlei publieke figuren, waardoor het ook regelmatig weer breed in de media uitgelicht wordt. Met tegenzin van de ambtenaren op het Ministerie wordt die onderzoeksontheffing dan weer verlengt.
We erkennen steeds opnieuw dat dit geen milieucriminelen zijn en tegelijkertijd hebben we geen (beleids)mogelijkheden om ze permanent ruimte binnen de wet te bieden. De hoogste tijd om dit serieus voor meerdere jaren te gaan regelen dus!
Waar praten we over?
Onder gelijke omstandigheden gaat gemiddeld zo’n 70% van de minerale N de lucht in als ammoniak bij het bovengronds uitrijden van drijfmest, versus zeg 15% bij zodebemesten. Rondom beide getallen zit een behoorlijke spreiding. Doe je het bij regenachtige en donkere weersomstandigheden in een N arme omgeving dan is het bij bovengronds maar 30% en rijd je de mest uit in de brandende zon dan is het bijna 100% van de minerale stikstof die de lucht in gaat. Bij zodebemesting is die spreiding er ook, maar minder groot. Maar onder gemiddelde omstandigheden praten we over 50 m3 drijfmest/jaar met 4,2 kg stikstof/m3 en 50% minerale N = 100 kg N/ha. Daarvan kan dus 15 kg N of 70 kg N de lucht in gaan, een verschil van 55 kg N/ha tussen zodebemesten en bovengronds. Alleen slecht zodebemesten en perfect bovengronds uitrijden zullen elkaar in de praktijk overlappen.
Het gaat naar mijn mening om het afdekken van een risico op onacceptabele ammoniakverliezen. Kan deze beperkte groep bedrijven dat risico (richting de overheid) ook op andere manieren afdekken? Het meest realistische alternatief is op dit moment de “green duo” machine, die in 1 werkgang water en mest bovengronds uitrijd. Dat moet kundig doorgemeten worden en kan als alternatief beschreven worden in de wet BGM. Maar er zijn ook gebieden waar nauwelijks makkelijk oppompbaar water voorhanden is en men liever rekening houdt met het weer (uitrijddagen), het N gehalte in de mest terugbrengt en het % organische N vergroot. Binnen de Noordelijke Friese Wouden en de VBBM is op die basis een certificaat ontwikkeld wat zo (lage) N verliezen borgt (een mineralenoverschot op de balans wat die eerder genoemde 55 kg N/ha lager is, dan gemiddeld). Dit zorgt er in elk geval voor dat alleen de boeren met de goede intenties er gebruik van kunnen maken en de risico’s aanvaardbaar klein blijven. De veronderstelling is dat men ook wel rekening met het weer moet houden, anders is men (stikstof) dief van eigen portemonnee. Zo’n certificaat, met een extra scherpe N verliesnorm, zou verplicht gesteld kunnen worden voor de boeren die een ontheffing krijgen.
Opnieuw bekijken
Het beloftevolle studentenonderzoek van Lantinga zou aanleiding moeten zijn om opnieuw de zaak grondig te bekijken en metingen in de praktijk te doen onder deze groep vrijgestelde veehouders. Toch is het voor mij nog altijd een politiek-bestuurlijk probleem. Als een groep veehouders niet met de bestaande wet-en regelgeving uit de voeten kan, maar wel de intenties van de wet wil naleven, en er ook aantoonbaar alternatieven zijn, dan moeten we in dit land een fatsoenlijk alternatief kunnen regelen. Op dit moment denk ik dat een langlopende ontheffing (bijvoorbeeld voor ten minste 10 jaar) voor een beperkt aantal melkveehouders/hectares in Nederland, gekoppeld aan strikte voorwaarden, zo’n alternatief kan zijn. Dat moet gezien worden als een continue leer-en experimenteer omgeving wat gekoppeld is aan lang lopend (low profile, low cost) onderzoek.
Principes en stokpaardjes voorbij, het is tijd om het nu voor lange tijd te gaan regelen!