Direct naar content
< overzicht

Themadag: 'KVEM-opbrengst per ha, het nieuwe melkquotum?'

“Beschouw de bodem als een koe”, is het advies waar Gerard Abbink (BLGG) zijn presentatie mee begint. “Nieuw grasland is als een vaars en heeft de eerste jaren extra stikstof nodig. Het beste zou het zijn om net als bij het melkvee, ook bij de bodem, productie groepen te maken.” Het beloofde een leerzame ochtend te worden.Over enkele maanden verdwijnt het melkquotum een mooi moment voor een goede discussie. Vandaar dat op 21 januari in Kampen alweer de tweede themadag plaatsvond. Gedurende de ochtend presenteerde enkele studentengroepen (CAH Vilentum) de resultaten van hun onderzoek en gaf Gerard Abbink (BLGG) zijn menig over het thema. De ochtend werd afgesloten met een groepsdiscussie.


IMG_6804 IMG_6810

Hoog productieve percelen meer bemesten

“20% meer melk, dat betekend ook 20% meer voer en 20% meer mest”, begon Gerard zijn verhaal. Dit betekend dat de ruwvoerbenutting, en daarmee het management van mineralen, steeds belangrijker wordt. Om de bemesting en de bodemkwaliteit op pijl te krijgen  moeten de Kringloopwijzer en BodemConditieScore aan elkaar gekoppeld worden, stelt Gerard. Hoog productieve percelen moeten meer bemest worden, bemesten naar potentie is wat hij graag zou willen zien. Al is dit, dankzij de groei van de bedrijven en de strengere bemestingsnormen, lastig. Uiteindelijk heeft dit invloed op de kwaliteit van het ruwvoer.

 Tips van de studentengroepen

De verschillende studentengroepen hebben uitgezocht waar de kansen en verbeterpunten liggen voor de boeren op Kampereiland. Zo kunnen melkveehouders een hogere productie halen door het gebruik van de Kringloopwijzer, betere benutting van de mest (bemonstering) en verbeterde opslag van ruwvoer. De opbrengst van het grasland verschilt enorm tussen de verschillende bedrijven, dit betekend voor veel bedrijven nog onbenut potentieel . Ook de voerefficiëntie kan nog een stuk beter. De studenten hebben gezien dat de berekende voerefficiëntie niet overeenkomt met de werkelijkheid en dat kost geld.

Goed inkuilen is een kunst

Gerard stelt dat het belangrijk is om het eigen voer eerst te voeren. Behalve het bodembeheer is het dan wel van belang om ook de kwaliteit van de kuil op orde te hebben. Weet wat je oogst en weet wat je voert. Gras wat snel gegroeid is, is snel verteerbaar en een natte kuil is sneller verteerbaar als een droge. Het droge stof gehalte is zo belangrijk dat twee kuilen met dezelfde VEM toch compleet kunnen verschillen en heel anders melken. Het is dus erg van belang het kuilprincipe goed in de vingers te hebben.Samengevat

  •  Eigen voer eerst
  •  Zorg voor een goede voerefficiëntie
  •  Bemest naar potentie/perceelsgericht
  •  Weet wat er bemest wordt (bemonstering)

Een goede boer is een goede mineralenmanager ook na het verdwijnen van het quotum.  

Ondanks de vele tips blijkt tijdens de afsluitende discussie blijkt dat alle boeren het over één ding eens zijn. De bodem moet je goed behandelen! Op de stelling: “Investeren in de bodem levert niets op, zeker niet als pachtboer”. Wordt dan ook een volmondig: “gelul!” geantwoord.