Rapport over kringlooplandbouw: Op weg naar geborgde bedrijfsspecifieke milieuresultaten
Vandaag is een rapport verschenen (hier te downloaden) wat ik samen met Marian Stuiver van Wageningen UR – Alterra heb geschreven over kringlooplandbouw en het geven van ruimte in het beleid voor bedrijfsspecifieke (milieu)resultaten toegesneden op de Noordelijke Friese Wouden. Conclusie: handhaafbaar en betaalbaar & stimuleren in plaats van straffen! Door milieuwetten enerzijds strenger en eenvoudiger controleerbaar te maken en anderzijds via “omgekeerde bewijslast” de sector zelf met een certificering te laten komen, kan dit geheel netto flinke besparingen voor de overheid opleveren. Dit betekent wel dat de overheid aan zet is, terug moet investeren en moet belonen voor goede prestaties, bijvoorbeeld met ruimte in wetten en regels. Zeer vergelijkbaar met de “premie voor duurzaamheid” die het bedrijf CONO kaasmakers heeft ingevoerd, kan de overheid streng zijn voor zij die niks willen, en gul voor zij die wel wat willen. Meer erkenning voor boeren met een certificaat, bijvoorbeeld door het achterwegen laten van het thans verplichte bemestingsplan, kan extra impulsen geven aan melkveehouders om hierin te stappen. Vanuit onderzoek en praktijk zijn er ruim voldoende bouwstenen aangedragen om het beleid effectiever, boervriendelijker en “Brussel proof” vorm te geven en tegelijkertijd ruimte te bieden voor innovatie zodat de Nederlandse melkveehouderijsector zich duurzaam verder kan ontwikkelen. De melkveehouders in de Noordelijke Friese Wouden en de leden van de VBBM zijn er in elk geval klaar voor.