Kringlooplandbouw?
Al zo’n beetje mijn gehele carrière werk ik in de melkveehouderij. Centraal staat steeds: lange termijn bedrijfsontwikkeling op een meer duurzame manier. Toen ik afstudeerde presenteerde Jaap van Bruchem de eerste plaatjes van een “bodem-plant-dier” kringloop voor een gangbaar melkveehouderijbedrijf. Tot dan toe werden die plaatjes hooguit in de biologische landbouw gebruikt. 10 jaar na dato heeft het Ministerie van LNV het CLM de opdracht gegeven eens uit te zoeken wat nu precies deze kringloopaanpak is en wat de meerwaarde is (lees: wat LNV/VROM er mee zou kunnen of moeten doen). Ik doe hierbij een voorzet.
Wetenschappelijk gezien heeft dit plaatje of laat ik zeggen de boodschap die erbij werd afgegeven nogal wat debat opgeleverd. Er zijn mensen op gepromoveerd (Stuiver, Reijs, Sonneveld), talrijke populaire en wetenschappelijke artikelen zijn verschenen, debatten georganiseerd, etc. Vanzelfsprekend is het lastig kringlopen daadwerkelijk te sluiten. En moet dat dan op bedrijfs of op regioniveau?
Een belangrijk punt van debat zit hem in de claim dat door koeien meer structuur te voeren en minder eiwit, de mestkwaliteit beter wordt, de kwaliteit van de bodem verbeterd en, gecombineerd met een flink lagere kunstmest, de grondwaterkwaliteit stukken beter wordt.
Sommige wetenschappers hebben het vooral moeilijk met de meer holistische kijk, terwijl zij juist alles op detailniveau willen bewijzen om zo tot eenduidige maatregelen voor de boer te komen.
Persoonlijk vind ik dat het kringloopplaatje een groot besef teweeg heeft gebracht dat zaken weldegelijk met elkaar samenhangen. Het plaatje sluit goed aan bij de beleving van de boer en die is nu eenmaal meer holistisch. Een optelsom van maatregelen maakt nog geen logisch geheel. Het plaatje zegt eigenlijk: de boer is een vakman en stemt “bodem plant en dier” optimaal op elkaar af. Dat plaatje ziet er in de Friese Wouden met extentsievere bedrijven en veel natuurgras anders uit dan in midden Brabant en sterker nog het ziet er binnen die gebieden voor elk bedrijf weer anders uit. Een intensief bedrijf (veel liters melk per hectare voedergewassen) met een hogere melkproductie per koe, een fokkerij strategie gericht op hoge melkproducties etc. klopt. Maar een extensiever bedrijf met een wat minder hogere melkproductie per koe klopt ook. En zo is elke situatie van een boer anders! en dat is maar goed ook