Direct naar content
< overzicht

#hooidag2013 was een succes! Maar waarom moest er ook alweer meer gehooid worden?

Boerenverstand en Natuurhoeve promoten hooien! Zaterdag 6 juli was de jaarlijkse #hooidag. Een evenement wat niet alleen fantastische PR oplevert voor het boerenbedrijf en voor de lekkere toetjes van De Natuurhoeve, maar ook de aandacht weer vestigt op het winnen van goed hooi voor de koe!Gras en koeien horen bij elkaar. En het mooie van gras is dat de koe het in alle soorten en maten voorgeschoteld kan krijgen: ze kan het zelf gaan halen in de weide (gras met 80 a 90% water), de boer kan het jong maaien en na 2 a 3 dagen drogen hakselen of kneuzen en inkuilen (50 a 60% water), maar de boer kan het ook wat langer maaien, schudden en langer laten drogen in de zon (10 a 15% water) = hooi.

Een koe kan veel melk geven van de suiker die in de celinhoud van het gras zit verpakt. In het verse gras vreet de koe de plant af, komt deze in de pens, gaan de bacterien er mee aan de slag en worden de celwanden langzaam verteerd. Suiker in de plantencel komt daarmee mooi langzaam beschikbaar in de pens van de koe. Daardoor kan de koe onbeperkt vers gras met hoge suikergehaltes eten. In hooi blijft de suiker ook heel mooi ingepakt in de plantencel zitten en komt deze ook langzaam vrij. Bekijk hier een heel mooi filmpje wat het principe van de pens van de koe beschrijft en dit filmpje wat de vertering van de plantencel in detail uitlegt.

In de jaren 90 is snijmais in Nederland in opkomst geraakt. Mais is een eenvoudig gewas om te telen, geeft hoge opbrengsten en vooral veel energie voor de koe. Met de teelt van mais kwam ook de maishakselaar ofwel maiskneuzer. Die maishakselaar is alleen nuttig tijdens de mais oogst (eind september/oktober). De loonwerkers bedachten toen dat de maishakselaar ook gras kon hakselen, zo kon deze dure machine beter ingezet worden. Het gras moest niet te droog geoogst worden en kon korter gesneden worden (de celwand werd gekneusd). Voor de boer werd de veldperiode korter: 2 a 3 dagen, terwijl daarvoor minimaal 4 a 6 dagen goed weer nodig was. En zo verdween de opraapwagen langzaam maar zeker.

Het kneuzen van de celwand maakt dat de suiker in de plantencel sneller vrijkomt en in de graskuil gaan de bacterien het conserveringsproces starten. Het inkuilproces maakt van gras zegmaar witbrood in plaats van bruinbrood. De eigenschappen van het gras zijn na een paar maanden inkuilen heel anders geworden. Voor de korte termijn productieverhoging had dit een gunstig effect, maar misschien niet altijd voor de lange termijn gezondheid van de koe. Naast dat witbrood werd er steeds meer mais bijgevoerd. Mede aangejaagd door de te hoge stikstofverliezen, afgelezen aan het ureumgehalte in de melk, wat rond de 20 moest zitten. Het ureumgehalte in de melk heeft het aandeel mais in het rantsoen doen stijgen. Maar witbrood met mais (mais die overigens ook steeds sneller verteerbaar wordt) geeft een heel andere werking in de pens en is zeker niet altijd gezonder voor de koe. Tel daarbij op dat ze dit rantsoen bij sommige veehouders het hele jaar door in de stal te vreten krijgen (geen weidegang)….dat is dat geen gezonde situatie.

Idealiter krijgt de koe een mix van grassoorten, aangevuld met de kolf van de mais als krachtvoer. Omdat hooi maken vanwege de arbeid en het weer in ons land lastig is, schakelen veel boeren over op 100% gekneusd gras aangevuld met mais. Dat moet op zijn minst weer opnieuw overdacht worden en eigenlijk zou in elke situatie goed hooi bijgevoerd moeten worden, liever te veel dan te weinig. 1 jaar lang 1 kg droge stof uit hooi per koe per dag op 100 koeien = meer dan 11 hectare hooien = 11 x 4000 kg ds = 44.000 kg ds hooi = 50.000 kg hooi = 400 kg/ronde baal = 120 ronde balen ofwel 3500 a 4000 kleine pakjes! En dan moet het jongvee eigenlijk ook nog hooi te vreten hebben. Hooi kost meer werk en is meer gedoe. Vandaar dat we de boer met #hooidag een handje helpen om weer beter voer te winnen en daarmee te werken aan gezondere dieren, een beter milieu en uiteindelijk meer geld in zijn portemonnee.