Definitie duurzame melk steeds duidelijker, maar wie stimuleert duurzamere prestaties?
Naast gangbare landbouw (voldoen aan de overheidsregels) en biologische landbouw (voldoen aan de SKAL regels) is er markt voor duurzame prestaties in de landbouw. Een markt richting zuivelbedrijven en de consument maar ook richting maatschappelijke organisaties en overheden. Door doelen vanuit de markt en vanuit de overheid met elkaar te verbinden ontstaat een krachtig, betaalbaar en haalbaar spoor. In de melkveehouderij is het e.e.a. samengebracht in de stichting Duurzame Zuivelketen. Het KringloopKompas omvat de doelen van de DZK, maar gaat verder en breder. Het scoren van de duurzaamheidsprestaties is belangrijk, maar ook het borgen.
Veel melkveehouders, maar vooral ook de agro-industrie, hebben nog altijd een wat eenzijdige focus op de productieverhoging per koe. Terwijl slechts een handjevol melkveehouders serieus geld verdiend met de hoogste productie per koe. De samenleving vraagt ook om hele andere waarden van de landbouw. Zorgvuldig omgaan met het dier en de omgeving bijvoorbeeld, maar ook een efficiente productie en meer toegevoegde waarde. Boerenverstand is er van overtuigd dat die waarden goed combineerbaar zijn met een lage kostprijs. Bijvoorbeeld een zo laag mogelijk krachtvoerverbruik, weinig kunstmest of een betere benutting van het eigen land, maar ook gezondere dieren die het een lactatie langer volhouden waardoor minder jongvee nodig is (= minder CO2 uitstoot). We kunnen die waarden steeds bedrijfsspecifieker meten (zoals met het koe- en kringloopkompas), en dus ook gerichter belonen. Wat dacht u van de volgende opties:
o Hoe hoger de voerefficiëntie, hoe meer korting op het krachtvoer;
o Hoe lager de N en P bodemoverschotten, hoe lager de waterschapslasten;
o Hoe minder ammoniak per liter melk, hoe meer ruimte binnen Natura2000;
o Hoe lager het fosfaatoverschot, hoe hoger de GLB premie;
o Hoe beter de bodemkwaliteit, hoe hoger de uitkering uit het klimaatfonds;
o Etc.
Allemaal prestaties die in zichzelf al economisch rendabel zijn. Maar gezien de grote spreidingen in de praktijk, ontbreekt het blijkbaar aan voldoende (financiële) prikkels om ze serieus te verbeteren.
Na jarenlang bedrijven aangemoedigd te hebben met folders, websites, filmpjes, lezingen, workshops, enzoverder, denkt Boerenverstand dat we het nu eens anders aan moeten pakken. Namelijk datzelfde geld steken in het belonen van de betere bedrijven! En belonen kan met geld, maar ook, en misschien wel vooral, met meer ruimte om te ondernemen. Een klein beetje gebeurt het al met de weidegangpremie. CONO onderzoekt hoe een hogere P benutting beloond kan worden en de provincie Drenthe wil ruimte geven aan goed scorende kringloopbedrijven in Natura2000 gebieden. Maar dit proces kan versneld en uitgebreid worden. De rekenmethodes liggen klaar of in een eerste versie klaar (zoals de kringloopwijzer) en de goede voorbeelden uit de praktijk (ofwel de 20% beste) zijn voorhanden. De uitkomsten zijn te borgen met een certificaat, zodat er geen onzin staat.
Het is vergelijkbaar het met het “spitsvrij” initiatief: vermijd de spits en verdien geld. Als een fosfaatbenutting van boven de 60% een gunstigere lening bij de bank oplevert, zal landelijk snel de fosfaatefficiëntie stijgen. We stimuleren zo schoon en zuiniger boeren! En belangrijker: het jaagt innovatie aan. Binnen de kortste tijd zal er niet zo maar meer grond gescheurd worden of jarenlang maïs op het zelfde hoekje worden geteeld, jongvee zal sneller worden uitgeselecteerd zodat koeien ouder kunnen worden, er zal meer samenwerking met akkerbouwers ontstaan, studiegroepen zullen levendiger worden, enzoverder. Wishful thinking? of gewoon boerenverstand!