De schop in de grond! om duurzaamheid te scoren
In december 2010 lanceerde we met CONO het kringloopkompas. Versie 1.0, en sindsdien zoeken we verder naar de ultieme manier om “blije aarde” te scoren. Een belangrijk, zo niet het belangrijkste onderdeel, van een blije aarde is de score op bodemkwaliteit. Is het bedrijf in staat nu en in de toekomst met goede dierlijke mest en met zo weinig mogelijk externe inputs (van kunstmest, water, bestrijdingsmiddelen, etc.) voldoende opbrengst te halen? Ook bij steeds extremere weersomstandigheden en strenger wordende (Europese) wetgeving? De enige manier om dat te score is door een schop in de grond te steken! Dan hebben we 2 uitdagingen: waar steken we die schop in de grond? en hoe beoordelen we wat we zien op een herhaalbare (wetenschappelijk verantwoorde) manier? Over het laatste weten we al best veel en de meest complete score is misschien wel de uit Nieuw Zeeland afkomstige “Visual Soil Assessment“. Deze VSA score geeft namelijk een zeer inclusieve en mooi afgewogen cijfer voor een bodemprofiel. Bovendien is het erg leerzaam. De score moet nog wel geijkt worden voor een bepaalde grondsoort, zoals we nu gaan doen voor de Beemsterpoldergrond. Over hoe een bedrijf als geheel gescoord moet worden is echter beduidend minder bekend. Mais in continueteelt is bijvoorbeeld erg risicovol (vormt een hoog risico op afname bodemvruchtbaarheid, lager wordende opbrengsten en meer uitspoelingsgevoelig), terwijl oud en productief grasland met een evenwichtsbemesting weinig risico’s met zich meebrengt. Deze vragen vormen de basis voor het onderzoek wat met Wageningen Universiteit, bodemkunde & Geologie en 4 studenten is opgezet samen met Boerenverstand. Doel is te komen tot een evenwichtig bedrijfscijfer voor bodemkwaliteit en het landgebruik door de boer. Een cijfer waar op termijn premies aan gekoppeld kunnen worden. Want zo sturen we serieus richting een duurzame melkveehouderij!