Direct naar content
< overzicht

Boeren kiezen voor kringlopen!

Onder leiding van de provincie Utrecht is de projectgroep nutriënten veenweidegebied opgericht om na te denken over maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit in het veenweidegebied. Uit een lijst van een 150-tal onderzoeken in het veenweidegebied zijn 20 maatregelen geselecteerd die potentie hebben als goede maatregel voor het verbeteren van de waterkwaliteit. De 20 maatregelen zijn afgetast op draagvlak, kosteneffectiviteit en het meeliften met andere doelen. Door het afnemen van interviews bij agrariërs in het veenweidegebied hebben Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en LTO Noord een beeld gekregen van hoe de gemiddelde agrariër in het veenweidegebied tegen de maatregelen aankijkt.

Bijna alle agrariërs vinden kringlooplandbouw de beste maatregel. Dat blijkt uit een onderzoek door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze maatregel kan namelijk geld opleveren door een hogere gewasopbrengst en de besparing op kunstmest. Verder zijn de agrariërs van mening dat deze maatregel de toekomst heeft. “Duurzaam graslandbeheer” vinden agrariërs goed toepasbaar, omdat een beter grasbestand betere benutting van de mest betekent. In de huidige bedrijfsvoering is elke agrariër in meer of mindere mate al bezig met deze maatregel, want iedereen wil een zo hoog mogelijke grasproductie. Voor de optimalisatie van dit proces staan veel agrariërs open. Het “Vergroten mestopslag” heeft als voordeel dat men meer keuze heeft voor het tijdstip van uitrijden. In de huidige situatie zitten de mestkelders na de winter vaak overvol en wordt massaal uitgereden op één februari. Op deze datum groeit het gras nog nauwelijks en lopen veel nutriënten vaak onbenut de sloot in. Bij het vergroten van de mestopslag kan men de mestgift meer over het jaar verspreiden en is de benutting van de nutriënten dus beter.

Het belangrijkste argument om “Bufferstroken en –zones” en “NVO’s & Zuiverende slootsystemen” aan te wijzen als slechtste maatregel is landverlies en dus productieverlies. Percelen in het veenweide gebied zijn al erg smal en als daar ook nog een bufferstrook langs komt, blijft er heel weinig ruimte over. “Deze maatregel past gewoon niet in het veenweidegebied”. Door Alterra is recent onderzoek uitgevoerd (met o.a. een proeflocatie in Zegveld) met als conclusie dat bufferstroken maar beperkt (kosten)effectief zijn in veenweiden. Opvallend was dat de biologische agrariër deze maatregel juist wel zag zitten. Met “Biomassateelt” hebben de meeste agrariërs niets. “Veel werk voor weinig geld en het levert niets op”. De hoge kosten zijn de belangrijkste reden dat “Onderwaterdrainage” nog niet goed in de huidige bedrijfsvoering past. Bovendien is er nog weinig bekend over de effectiviteit. “Laten we eerst de onderzoeken afwachten”. De maatregel “Mestscheiding” is te duur en krijgt als tegenargument dat het bedrijf hiervoor vaak te klein is. Bovendien bestaan er problemen met het duurzaam gebruik van de dikke fractie in het boerenbedrijf. De dikke fractie kan toegepast worden als bed in de ligboxen. Veel agrariërs vrezen echter dat hiermee de diergezondheid mee in gevaar komt. Ook bij de maatregel “minder mineralen in veevoer” hebben agrariërs angst dat het niet goed is voor de vruchtbaarheid en de gezondheid van het vee.

Duidelijk is dat deze boeren gebruik maken van (hun) Boerenverstand!