Direct naar content
< overzicht

Arjan Pons

Behaald een zeer hoge melkproductie per koe, met heel apart voeren, o.a. hoog aandeel tarwe in rantsoen. Keiharde genadeloze selectie is het advies!

VERSLAG NALV LEZING ARJAN PONS – MIDDEN DELFLAND
Het bedrijf van Pons wijkt nogal af van de gangbare bedrijfsvoering. Het zou niet goed zijn als heel Nederland op deze manier zou boeren als Pons. Aan de andere kant moet zowieso niet iedereen hetzelfde gaan doen, want dan blijft er weinig toekomst voor de landbouw in Nederland. Laat elk zijn bedrijfssysteem perfectioneren. We proberen echter de punten uit de lezing van Pons te halen die van nut kunnen zijn.

1 Zorg dat je een doel voor jezelf hebt/formuleert: waar een doel is ontstaat een weg. Een doel is bijvoorbeeld meer melk uit eigen voer halen. Het fokkerij en selectiebeleid moet daar op aansluiten.
2 Om koeien veel ruwvoer te laten vreten hebben ze ruimte voor hart en longen nodig. Daarom moet er ruimte tussen de voorpoten zijn, “daar moet een tafel tussen passen”. FH topfokker Dirk Endendijk deelt deze mening ook.
3 Je kunt zonder antibioticagebruik rondom het droogzetten van koeien. Je melkt ze door en ze zetten zichzelf droog. Dat doen ze ongeveer 14 dagen voor het afkalven. Bijkomend voordeel is dat er geen grote rantsoenovergangen zijn in de droogstand. Meerdere melkveehouders zijn dit gaan doen met overeenkomend succes.
4 Van belang voor een goede pensontwikkeling is dat koeien (leren) in korte tijd veel voer opnemen. Ze moeten “hongerig” zijn dan nemen ze extra voer op en rekt de pens op. Vergelijkbaar bij mensen. Ook op het bedrijf van Dirk Endendijk doen ze dat.
5 Arjan voert zijn koeien om die reden 2 keer per dag. Met daarnaast voortdurend goed hooi beschikbaar (voor caroteen en structuur). De koeien hebben dan voldoende pensprik en pensmatras en komen tot een grote pensontwikkeling ofwel hoge DS opname. Ze gaan vervolgens lang liggen (weinig energieverlies) en herkauwen langere tijd (betere energiebenuting) met als gevolg een hoge rantsoenefficiëntie: 2 kg melk per kg ds opname. Jan Jager (topmelker in de jaren 60 en 70) van PON’s melkveebedrijf deed dat ook al. Hij voerde 1000 VEM kuilen en scoorde de hoogste melkproductie in Nederland maar het geheim lag in het hooi (het kon niet goed genoeg zijn en hij haalde het vanuit heel NL als het maar hoge kwaliteit had). Volgens Jan Jager moest er “zon” in het hooi zitten. Ik heb dat destijds geïnterpreteerd als suiker maar het is natuurlijk ook structuur, weinig eiwit, weinig verkeerde mineralen (zie onder) en een hoog gehalte aan caroteen en vitamine A.
6 Arjan bemest zijn grasland voor koeien niet met kunstmest. Er komen dan te weinig mineralen en sporenelementen in het gras, de koeien gaan langs de randen van het perceel vreten (kalmoes). Met een lichtere bemesting krijg je beter hooi.
7 Hij doet niet aan graslandvernieuwing waardoor de oude grassen blijven die goed toegerust zijn voor een lagere N bemesting. Je krijgt betere kwaliteit gras(kuil) en ook hooi.
8 Arjan heeft zijn koeien goed in conditie, geen vet maar spieren op de rug (op breedte kruisen, scherp selecteren al vanaf dag 1 bij het jongvee etc.). Dan kunnen ze produceren uit spieren en niet uit vet. Daarmee voorkom je slepende melkziekte, leververvetting en alle daaraan gerelateerde problemen. Dit was ook al de methodiek die Jan Jager destijds toepaste. Je krijgt robuustere koeien.
9 Zorg voor een goed stalklimaat. Voorkom vermenging van urine en mest. Zorg voor een zo laag mogelijke druk van ammoniak in de stal. Het beste kun je dat doen door de koeien zo veel mogelijk buiten te laten lopen.
10 Voer geen snijmaïs. Het bevat rotzooi (stengel) en zetmeel. Maïs bevat daarnaast het verkeerde vetzuurpatroon. Maïs bevat weinig mineralen en sporenelementen. Te droge maïs, droger dan 30%, heeft te bestendig zetmeel dat in de darmen maar mogelijk ook weer in de mest terecht komt. We zien dat vaak: de koeien krijgen dan vieze klauwen. Zetmeel in de mest kleeft en de mest plakt dan aan de klauwen. Melkveehouder Nico Kaptein zag hetzelfde met uitgereden drijfmest. De mest plakt aan de banden. Hij is koolzaadstro gaan voeren (grof gehakseld met een haksellengte van 6 cm) en beide verschijnselen verdwenen. Probleem met maïs is teveel zetmeel in de dikke darm. Daar kunnen Coli bacteriën groeien op het zetmeel. Als je dan te dunne mest hebt wordt de schede besmet. De Coli bacterien komen in de baarmoeder en zorgen voor ontstekingen en meer (werk ik in de toekomst verder uit). Dus voer geen mais ook niet in de droogstand om mineralen, en zetmeel redenen.
11 Voer geen mengvoer maar kies voor goede enkelvoudige grondstoffen. We hebben de negatieve effecten van mengvoer meerdere keren gezien bij boeren. Je zeeft de mest en houdt allemaal schilfers (palm, kokos) over. Rotzooi.
12 Je kunt werken met een voermengwagen maar door het mengen verliest structuur zijn kwaliteit. Voer de structuurbron in het rantsoen daarom apart (hooi).
13 Gebruik geen lichten om heel de nacht te laten branden in de stal. De koe moet ook rust hebben.
14 Arjan heeft tips gegeven voor een goede hooiwinning. Maai zo laat mogelijk. Schud diverse malen. Kuil koud in!!!!!! Dus ’s avonds of ’s ochtends vroeg dan heb je de warmte van de zon niet.
15 Een goed koecomfort (zie boven) is belangrijk voor de koeien. Geen ligboxenstal, mest en slechte ligbedden. Koeien liggen het liefst in stro en hebben graag droge klauwen.
16 Geef koeien aandacht. Als Arjan de stal binnenkomt ziet hij direct wat er aan de hand is met al z’n koeien.
17 Voer geen suiker uit gras aan koeien. Ook hooi moet geen suiker bevatten. Hier moeten we nog maar eens over nadenken, klopt dat? Geven wij dan een verkeerd advies of hij ziet het hier niet goed.

Bovenstaande zijn een aantal sterke punten. Er is vanzelfsprekend ook een keerzijde aan dit systeem. Het systeem van Pons heeft veel wel van de intensieve veehouderij, ofwel zonder grond boeren (gelijk als boer Endedijk). Als je echter zoveel mogelijk grondgebonden wilt boeren (en meer van eigen land wilt halen…zoals veel van de kringloopboeren) dan moeten daar ook de consequenties uit getrokken worden dat de krachtvoerkraan verder dicht moet en de koe maximaal van dat eigen land produceren. Als je daar niet toe in staat bent (BSK syndroom), kun je namelijk beter een deel van je land gaan verkopen. Andere melkveehouders hebben zo ook al ooit de conclusie getrokken dat ze voor hun doel/toekomstbeeld heel andere koeien nodig hebben, andere stallen, etc. Ze gaan hun bedrijfssysteem optimaliseren naar een ander doel: meer melk uit eigen voer.

De meeste melkveehouders dwalen echter hiertussen en zijn een makkelijke prooi voor adviseurs. Moraal van dit verhaal: als je enkel streeft naar hogere melkproducties per koe dan moet je het verhaal van Pons nog maar eens lezen!