Leidt de kringloopwijzer tot intensivering van de melkveehouderij?
Regelmatig laait de discussie weer op over de kringloopwijzer en de zogenaamde verheerlijking van de intensivering van de melkveehouderij (zie o.a. vd Schans & Vogelaar). Ik heb besloten om daar toch eens een persoonlijke blog over te schrijven. Want hoewel ik zelf veel bewondering heb voor boerenvoormannen die openlijk blijven verdedigen dat de melkveehouderij grondgebonden moet blijven, denk ik dat er aangaande de kringloopwijzer nu ook wat stemmingmakerij wordt gemaakt.
Persoonlijk vind ik dat gras en melk gekoppeld moeten blijven! Ik vind ook dat de melkveehouderij er goed aan doet om in grasland te blijven investeren. Ondanks dat het economische rendement laag is en de investering misschien pas over vele jaren zal lonen. Het heeft alles te maken met de licence to produce, draagvlak (voor vergunningen) en toekomstige generaties. Het heeft alles te maken met eigen eiwitproductie en minder afhankelijk worden. Bovendien heeft het alles te maken met onze melkexport die “geladen wordt” met Hollandse weides en molens… en niet met grote stallen op een industrieterrein, uitgestrekte maisvelden en een Rotterdamse haven. Maar dat is slechts mijn mening.
De kringloopwijzer doet niet meer en niet minder als het precies inzichtelijk maken hoe de kringloop op het melkveebedrijf eruitziet. Berekenen waar de N, P en C lekken plaatsvinden op basis van bedrijfsspecifieke input. De kringloopwijzer begint met een dierbalans (de BEX) en begint niet met een mineralenbalans. Waarom? Omdat de interne voer-en meststromen inzichtelijk gemaakt moeten worden en die zijn niet precies te meten, dus dat kan alleen door de voerbenutting van eigen land te berekenen (de BEX). Jaap van Bruchem en ondergetekende rekenden in 1997 dat ook precies zo uit (zie Veeteelt jaargang 14, editie 8, 1997). In die zin doe ik in elk geval al 15 jaar hetzelfde.
Uit de kringloopwijzer rolt ook een mineralenbalans. De kringloopwijzer laat zien dat binnen dezelfde quotumklasse (kg melk/ha) er bedrijven zijn die 2x zoveel krachtvoer aankopen als anderen. En dat betekent dat de één 10.000 kg droge stof van een hectare benut en de ander slechts 5.000 kg. Dat betekent dat de één al zijn geld naar de voerleverancier draagt en de ander melk maakt uit eigen gras. Iets wat nagenoeg 1:1 koppelt met de kostprijs. Dat besef kwam al ooit met MINAS. In die zin heeft BEX ons qua inzicht op een achterstand gezet en maakt de kringloopwijzer dat hopelijk weer goed.
Al 15 jaar zie ik die kringloopcijfers voorbij komen en dan blijken intensievere bedrijven efficiënter te zijn als extensievere bedrijven. Want in veel gevallen hebben de extensievere boeren een grote uitdaging om de krachtvoerkraan ook daadwerkelijk dicht te draaien en ook daadwerkelijk efficiënter te worden. Want ze hebben meer grond, maar benutten dat heel vaak niet! De kringloopwijzer maakt dat zo goed mogelijk inzichtelijk, maar geeft geen oordeel.
Wie geeft dat oordeel wel? Binnen dezelfde quotumklasse efficiënter worden en meer van eigen land benutten daar zijn we het denk ik snel over eens. Maar van quotumklasse veranderen? De intensieve boer moet dus meer grond (resources) onder zijn bedrijf zien te kopen/huren om ook op lange termijn voer-en mest kringlopen te blijven sluiten. De extensievere boer zal een deel krachtvoer moeten gaan telen. Maar misschien kan er ook meer strategisch samengewerkt worden met exboeren of akkerbouwers? Jongvee uitbesteden? Meer restproducten inzetten zoals perspulp en bierborstel? Elke boer zal er op zijn minst over na moeten gaan denken.
Dus je kringloop gaat verder dan je eigen erf! Omrekenen van alle aankoop naar een belasting op het milieu, ofwel externe hectares, daarover heb ik ook al eens wat geschreven. Er is inmiddels een programma Feedprint van Theun Vellinga waarmee ervaring wordt opgedaan. Maar eerst moeten broeikasgassen, ammoniak en nitraatberekeningen deugen, daarna bouwt de kringloopwijzer verder met o.a. feedprint en die CO2 uitstoot elders. Voorlopig gebruik ik %VEM eigen ruwvoer als maatstaf omdat bijvoorbeeld (de herkomst van) krachtvoergrondstoffen simpelweg niet bekend zijn.
Beseffende dat melkveehouders in alle soorten en maten en in alle bedrijfsstijlen voorkomen en al dan niet strategisch getrouwd zijn…is de kringloopwijzer zo raar nog niet is. Die stimuleert in elk geval om binnen je mogelijkheden (lees quotumklasse) efficiënter te worden en minder weg te lekken naar het milieu. Oftewel slechter word je er in elk geval niet van, sterker nog je krijgt er een gratis managementprogramma bij. Daarom blijven Boerenverstand en partners zich ook in 2014 inzetten om de boer kringloopwijzer te maken!