De bodem als basis, ook voor beleid?!
De bodem is de basis van het boerenbedrijf, maar in het huidige beleid is de bodem erg versnippert. Om daar iets aan te doen hebben we, dinsdag 16 juni jl., met een gemengd gezelschap beleidsmedewerkers de schop in de grond gestoken in Bodegraven. Vertegenwoordigers van verschillende onderdelen van het ministerie van Economische Zaken (EZ), Infrastructuur en Milieu (I&M), de NAJK, Wageningen Universiteit, SKB en Boerenverstand, waren aanwezig.Maricke van Leeuwen (WUR) nam iedereen eerst mee in een lesje bodemgeschiedenis. De historie van het gebied gaat terug tot ver voor Christus. Eerst is zeeklei afgezet, later kwam hier een veenlaag overheen. Door afgravingen, veel later in de tijd, zijn de huidige polders ontstaan. Het bedrijf van Mieke en Bert Vergeer, waar we op bezoek waren, heeft een ondergrond van klei op veen.
Dan is het tijd om deze bodem met eigen ogen te gaan bekijken en kennis te maken met de BodemConditieScore (BCS). De BCS beoordeeld de bodem op acht visuele aspecten. Dit als aanvulling op de chemische analyses; het maakt aspecten duidelijk die niet uit chemische analyses naar voren komen. Zo is bodemverdichting in Nederland een steeds groter wordend probleem, wat zorgt dat de bodemkwaliteit en de productie afneemt. Door een kuil te graven kun je deze aspecten beoordelen en koppelen aan maatregelen.
De BCS zorgt dus voor bewustwording. Het idee om resultaten vanuit de BCS te koppelen aan bijvoorbeeld derogatie gaat op dit moment nog te ver. Het bewustwordingsinstrument is op dit moment gericht op acties die zorgen dat de boer meer van zijn eigen land haalt, met lagere input van (kunst)mest. Dit is in eerste instantie van belang voor de boeren zelf, die willen goed scoren, maar uiteindelijk is een goed verzorgde bodem ook van maatschappelijk belang. Gelukkig scoorde de bodem van Mieke en Bert erg goed.
De bodem is de basis voor goed boeren, maar is het ook de basis voor goed beleid? Bodem raakt aan heel veel EZ en I&M beleidsdossiers: zoals het mestdossier, gemeenschappelijk landbouwbeleid, kaderrichtlijn water en het deltaplan agrarisch waterbeheer. Een goede bodem en gesloten kringloop zijn niet alleen van belang voor de boer zelf maar voor de hele maatschappij. Boeren hebben een verantwoordelijkheid voor hun eigen productie, maar ook voor de waterkwaliteit (drinkwater, water veiligheid en sponswerking bodem) en biodiversiteit. Het is daarom belangrijk, voor de ministeries en waterschappen, om afspraken met boeren te maken.
Meer regels daar is niemand bij gebaad. Toch blijft handhaving en vooral het loslaten van controle lastig voor de overheid. In ervaringen uit verleden tonen dat vaak de mazen van de wet opgezocht worden. Korte termijn economische afwegingen wegen zwaarder, dan het behoud van lange termijn bodemkwaliteit. Uit de zaal kwamen dus terecht de opmerkingen: “Boeren moeten het dan wel zelf zien; heeft de ondernemer zelf visie?”. De overheid is achterdochtig, alleen juridisch onderbouwde oplossingen worden, zowel in Nederland als in Brussel, geaccepteerd. Collectieven (juridische eenheden) en sociale controle kunnen hier mogelijk een oplossing bieden.“Wat je van je land haalt moet je er op kunnen brengen”, is een belangrijke opmerking van melkveehoudster Mieke. Organische stof is belangrijk, vult Doeko (NAJK) aan. Het mestbeleid is limiterend en te generiek. Vanuit de boeren is vraag naar meer maatwerk! Maar maatwerk is lastig vanuit het beleid gezien. In die toekomst kunnen collectieven misschien een rol spelen bij bodembeheer en mestbeleid, maar dat lijkt nu nog te vroeg voor.
Er moet ook een speciale plek blijven voor grasland, dat is een van de beste bodemverbeteraars en past bij het plaatje van een duurzame melkveehouderij. Maar die mag je dan eigenlijk nooit meer scheuren, anders komt er een stikstof-bom vrij.
Kortom het gat tussen boer en beleid is nog niet zomaar gedicht, maar met deze bijeenkomst hopen we bijgedragen te hebben aan wederzijds begrip en kennis. Het blijft een zoektocht tussen maatwerk en fraude. Waar hopelijk in de toekomst het belang van een goede bodem, zowel door de boeren als het beleid, meer benadrukt zal worden.